Wat onderscheid ons van apen? Qua genen zijn we bijna identiek, maar wat maakt dan het grote verschil?
Deze aflevering begint met dat wij mensen goed kunnen "delen". In een experiment waarbij apen gezamelijk iets moeten voltooien en daarvoor beide beloond worden gaat dit tamelijk goed. Maar zodra één van de apen hun beloning binnen handbereik hebben, stopt de aap met samenwerken. De andere aap krijgt daardoor helaas niets. Wanneer een vergelijkbaar experiment wordt uitgevoerd bij jonge kinderen, gebeurd er wat anders. Wanneer ze samenwerken en een oneerlijke verdeling van hun "buit" krijgen, gaan de kinderen dit (vaak) eerlijk delen.
Een ander groot verschil dat benadrukt wordt, is dat baby-apen zichzelf relatief snel kunnen redden en menselijke babies niet zelfstandig kunnen overleven. Dit komt doordat mensen-babies eigenlijk nog niet volledig uitgegroeid zijn. Ze worden als het ware vroegtijdig geboren ten opzichte van apen-babies en moeten nog verder ontwikkelen buiten de moeder. De menselijke baby is nog niet zover klaar als bij apen-babies, waarbij de basis klaar is bij geboorte.
Vaste hersenpatronen worden al ontwikkelt als het kindje groeit in de moeder, netzoals bij andere dieren. Het grote verschil is dat bij de meeste dieren hun gedrag en mogelijkheden grotendeels vast staan. Een vlieg hoeft niet te leren vliegen, dat is aangeboren, een aap hoeft (bijna) niet te leren lopen. Bij mensen is dat anders, eenvoudige dingen zoals ademhalen zijn voorgeprogrammeerd, maar het meeste gedrag zal het kind na de geboorte moeten leren. Dit maakt ons uniek en zorgt ervoor dat we kunnen uitblinken.
Heeft u een interessante toevoeging, opmerking, grammaticafout (sorry!) of bent u het absoluut niet eens met wat hier staat? Laat een berichtje achter en wellicht verwerk ik het als aanvulling onder het artikel. Ontvangt u graag een reactie, vul dan ook uw e-mailadres in (maar niet noodzakelijk).