Een moderne interpretatie / vertaling door Sietse Visser
Tao geeft leven aan alle schepselen; teh voedt ze; materialiteit vormt hen; energie voltooit hen. Daarom is er onder alle dingen niets dat Tao niet eert en teh niet waardeert. Eer voor Tao en waardering voor teh is nooit gedwongen, het is altijd spontaan. Daarom geeft Tao hun leven, maar teh koestert hun, voed hen op, verzorgt hen, voltooit hen, rijpt hen, brengt hun groot, beschermt hen.
Tao geeft leven aan hen, maar doet geen aanspraak op eigendom; teh vormt hen maar doet geen aanspraak op hen, voed ze op maar overheerst ze niet. Dit is diepgaande vitaliteit (teh).
Original English translated text by Dwight Goddard en Henri Borel (1919)
Tao gives life to all creatures; teh feeds them; materiality shapes them; energy completes them. Therefore among all things there is none that does not honor Tao and esteem teh. Honor for Tao and esteem for teh is never compelled, it is always spontaneous. Therefore Tao gives life to them, but teh nurses them, raises them, nurtures, completes, matures, rears, protects them.
Tao gives life to them but makes no claim of ownership; teh forms them but makes no claim upon them, raises them but does not rule them. This is profound vitality (teh).
Foutje gevonden? Laat het me weten en ik corrigeer het. Opmerkingen en aanvullingen zijn ook welkom.